Met lichte blos op de wangen; review Sjoerd Kuyper

Met lichte blos op de wangen; review Sjoerd Kuyper

“Optreden met de Andersons is helemaal geen optreden. Het is met goede vrienden in het café zitten, onstuimig palaveren en tot vreugde van de andere gasten vaak in hemels gezang uitbarsten – zij dan, de Andersons, zij zingen, jij zit alleen maar zacht voor je uit te wensen dat je mee kon doen. Goede vrienden ja, oude vrienden zelfs, al ontmoet je ze voor het eerst.

Na ieder verhaal of lied, denk je: zo is het, dat ken ik, zo kijk ik ook naar de dingen, alleen mijn verhaal is anders, mag ik nu? Je zit te popelen tot je aan de beurt bent. Grote thema’s snijden ze aan, liefde, dood en vriendschap – er is immers niets anders om over te zingen – en ze worden groots gebracht, geen gemompel, maar altijd met Het Licht van Troost, zoals het bier van Texel vroeger heette.
En steeds zijn er nieuwe verhalen en liedjes, nu ook over hun zoontje Noah, waarmee ze zich scharen in de traditie van de grote singer-songwriters die hun kind toezongen dat het maar niet te snel volwassen moest worden: My Boy van Neil Young, Turn Around van Harry Belafonte, Rufus Is A Tit Man van Loudon Wainwright III. En dat alles herken je, heb je ook meegemaakt, maar net even anders.

In dit café wil je blijven tot lang na sluitingstijd, en de volgende dag heb je geen kater, nee, je wordt wakker met een brede grijns op je gezicht en je weet zeker: vandaag ga ik op zangles. En morgen vraag ik of ik nog een keer mag optreden met de Andersons.”

– Sjoerd Kuyper